Dirkzwager legal & tax

Het ontbinden van informele verenigingen: een nieuw wapen in de strijd tegen ondeugdelijke organisat
27 Augustus 2018

De strijd tussen het Openbaar Ministerie (hierna: het “OM”) en ondeugdelijke organisaties is de laatste jaren meermalen in het nieuws gekomen. Voornamelijk spraakmakend was de zaak rond vereniging Martijn, die het seksueel contact tussen volwassenen en jonge kinderen verheerlijkte. De Hoge Raad heeft de vereniging wegens strijd met de goede zeden of de openbare orde verboden en ontbonden. Ik verwijs ook graag naar het artikel dat mijn collega Karen Verkerk eerder schreef voor deze kennispagina.

Ook heeft het OM meermalen op eenzelfde wijze (de strijd met de openbare orde) geprobeerd om motorclubs te verbieden: zo probeerde het OM tevergeefs de Hells Angels in Harlingente verbieden en te ontbinden. Ook heeft het OM Satudarah, No Surrender en Bandidos proberen verboden te krijgen. Recentelijk heeft de Rechtbank Midden-Nederland een uitspraak gedaan waarin motorclub Bandidos werd verboden en ontbonden wegens strijd met de openbare orde.

Zonder al teveel in te gaan op de motorclubs zelf, bevat de uitspraak van de Rechtbank een interessante kwestie: waar bijvoorbeeld Martijn een “formele” vereniging was en ingeschreven bij de Kamer van Koophandel, is Bandidos in de uitspraak aangemerkt als een informele vereniging, en voorts als een buitenlandse coöperatie.

Formele vereniging versus informele vereniging
Het verschil tussen een formele en een informele vereniging is gelegen in de vastlegging van de vereniging: een formele vereniging is een vereniging waarbij de statuten in een notariële akte zijn neergelegd. Bij een informele vereniging is dit niet het geval. Een informele vereniging kan aldus ontstaan doordat een samenwerkingsverband van personen als eenheid gaat deelnemen aan het rechtsverkeer.

In de juridische literatuur wordt doorgaans over een vereniging zonder volledige rechtsbevoegdheid gesproken, wanneer men spreekt over een informele vereniging. Dat verschil is gelegen in het feit dat een informele vereniging geen registergoederen (denk aan panden) in eigendom kan verkrijgen, geen erfgenaam kan zijn, geen partij kan zijn bij een juridische fusie of splitsing en dat voorts bij een informele vereniging geen enquêteverzoek kan worden ingediend. Ook zijn de bestuurders van een informele vereniging onder bepaalde omstandigheden naast de vereniging hoofdelijk aansprakelijk voor schulden uit rechtshandelingen die tijdens hun bestuur opeisbaar worden.

Ontbindingsprocedure
Interessant in de zaak rond Bandidos is dat de Rechtbank hier een informele vereniging heeft verboden en ontbonden. Gelet op de beperkte rechtsbevoegdheid van de vereniging, kan de vraag opkomen of een informele vereniging zonder meer in een dergelijke ontbindingsprocedure kan worden betrokken en kan worden ontbonden.

Lid 1 van het betreffende wetsartikel, artikel 20 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, luidt: “Een rechtspersoon waarvan de werkzaamheid in strijd is met de openbare orde, wordt door de rechtbank op verzoek van het openbaar ministerie verboden verklaard en ontbonden.” Hoewel een informele vereniging geen volledige rechtsbevoegdheid heeft, is zij wél een rechtspersoon. De Rechtbank neemt aan dat ook een informele vereniging derhalve aan gerechtelijke ontbinding onderworpen kan zijn. Dit lijkt mij een juist uitgangspunt, mijns inziens valt niet in te zien waarom een informele vereniging niet onder deze bepaling zou vallen.

Gevolg
In de uitspraak heeft de Rechtbank Bandidos wegens strijd met de openbare orde verboden verklaard en ontbonden. Het gevolg hiervan is niet zozeer gelegen op het civielrechtelijke terrein, maar op het strafrechtelijke terrein: artikel 140 van het Wetboek van Strafrecht bepaalt namelijk in lid 2 dat: “Deelneming aan de voortzetting van de werkzaamheid van een organisatie die bij onherroepelijke rechterlijke beslissing verboden is verklaard […], wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste een jaar of geldboete van de derde categorie.

Hoger beroep
Dat Bandidos in hoger beroep kan gaan, blijkt uit het feit dat een ontbonden rechtspersoon niet direct ophoudt te bestaan, maar in ieder geval blijft bestaan totdat de vereffening is voltooid. Voorts blijkt uit de uitspraak in de zaak Martijn dat hoger beroep zelfs mogelijk is indien de vereniging direct zou zijn opgehouden te bestaan vanwege het ontbreken van baten, daar uit de wet voortvloeit dat een dergelijke uitspraak voor hoger beroep openstaat en dat er geen wetsbepaling is die meebrengt dat dit niet mogelijk zou zijn.

Tot slot is de bestuurdersaansprakelijkheid mogelijk interessant. De bestuurders van een informele vereniging zijn zoals geschreven namelijk onder bepaalde omstandigheden hoofdelijk aansprakelijk voor schulden uit rechtshandelingen die tijdens hun bestuur opeisbaar worden. Dit punt komt in de uitspraak echter niet aan bod, wellicht ook omdat de bestuurders in casu lastig zijn aan te wijzen. Inmiddels heeft Bandidos naar buiten gebracht hoger beroep tegen de uitspraak te hebben ingesteld. Voorts bracht het NRC deze week naar buiten dat Bandidos zich net over de grens in België zou hebben gevestigd.

Conclusie
Het OM lijkt met de uitspraak van de Rechtbank in de hand een nieuw middel te hebben gevonden wat effectief kan zijn in de bestrijding van ondeugdelijke organisaties. Het hoger beroep, en het eventueel volgende cassatieberoep, dient echter te worden afgewacht om verdere zekerheid over deze mogelijkheid te verkrijgen. Wordt vervolgd.


» Ga naar de link
Contactgegevens
Dirkzwager legal & tax
Van Schaeck Mathonsingel 4
6512 AN Nijmegen